History Het was in de vroege jaren zestig ondenkbaar dat je zoveel over drumstellen kon weten als vandaag de dag. De cultuur van prachtig blinkende en weelderig klinkende trommels was nog ver achter de horizon verborgen. Natuurlijk, de Nederlandse merken West End en Royal lage reeds op stoom, maar ik woonde toentertijd in Groningen en de reikwijdte van hun marketing bestreek de noordelijke landstreek niet. |
.
|
Het resultaat van deze hebzucht was een setje van Tromsa, een kleine fabriek in West-Duitsland. Eigenlijk was het een afdankertje van een drummer die was gestopt met spelen, maar what the heck: ik had eindelijk een hele set trommels in plaats van een enkel snaredrummetje. Met een beetje goede wil kon ik zien dat de bekleding ooit was bedoeld als een donkerblauwe glitter, en de trommels waren nog bespannen met dierenvellen die in een beetje klamme omgeving pijlsnel zakten in toon.
|
Deze band - Cuby and the Blizzards - waren weer heel andere sporen aan het berijden, de blues zou in de tweede helft van de jaren zestig ook in Engeland een hoofdrol opeisen. Ik liet de witte Premier achter bij de vorige band en nam van de ontslagen Blizzardsdrummer wederom een Premier over in de klassieke kleur marinepearl. Er volgden twee jaren van onstuimig spelen in alle gehuchten die Nederland rijk was, maar na een jaar zag ik een mooie, eveneens in marinepearl uitgevoerde Ludwig bij de firma Stafhorst in in de Haringpakkerssteeg in Utrecht. Bloody hell, de prijskaart loog er niet om. Deze gebruikte Ludwig kostte meer dan 1300 gulden. Let wel, 1966. Dus moest ik het wantrouwen van mijn vader zien te winnen, want afbetaling via de bank was de enige mogelijkheid om te betalen. Het lukte, en ik was de trotse bezitter van een 22x14-13x11 en 16x16 Ludwig.
|
Maar de onrust blijft altijd omdat je naar het ultieme geluid zoekt. Ik maakte mee dat de plexiglas drumstellen werden geïntroduceerd en toen ik de Hayman Iceberg zag, was ik verkocht. Dat wil zeggen, de drumkit was verkocht. Ik heb er weken mee gevochten om de kit van heldere acryl klankmatig op het niveau te krijgen dat ik voor ogen had. Maar de wanddikte van 13 of 14 millimeter beperkte de resonantie en na het hele drumstel te hebben voorzien van een set Evans olievellen - de blauwe - gaf ik de wens op een diepe klank op en beëindigde zo mijn Haymantijd door het hele zwikje om te ruilen voor een gloednieuwe Premier. Terug naar het begin, zeg maar. Deze Premier was afgewerkt in een walnut finish en achteraf is het misschien wel één van de best klinkende sets die ik ooit heb gehad. Ik geef even aan welke drumstellen ik in de periode Solution gebruikte. Op de eerste LP ‘Solution’ was het de Ludwig met diverse bekkens, op de tweede ‘ Divergence’ de Hayman met Paiste bekkens en een stalen Rogers Dynasonic. Voor de eerste plaat in de zogenaamde Engelse periode werden er meerdere drumstellen gehuurd in Londen. Uiteindelijk stond voor de opname van Cordon Blue in de Rockfield studio’s een Gretsch opgesteld met mijn eigen zilverkleurige houten Hayman snare. Met diverse cymbals van Paiste en Zildjian. Fully Interlocking is opgenomen met de walnut Premier. De snare was nog steeds de Hayman en ik kan iedereen die ergens zo’n snaredrummetje ziet, aanraden om die onmiddellijk te arresteren.
Ook bekkens behoorden tot het testpakket en ik speel nu veel op de Zildjian A Custom-serie, die ik aanvul met Sabian en Masterworks. Vanaf 2008 speel ik het meeste met een 20/22-10-12-14 dw collector. Ik ben een liefhebber ben van erg dunne, resonerende ketels die snel aanspreken en daarmee blijkt mijn smaak in de loop der tijd te zijn veranderd. Huidige sets: 20-10-12-14 dw – amber satin HW
|